Ruim 500 jaar geleden in 1517 lanceerde de theoloog Maarten Luther een aanval op de kerkelijke autoriteiten. Hij spijkerde zijn 95 stellingen op de deur van de kerk te Wittenberg en kwam daarmee tegenover Paus Leo X te staan. Al eerder stond Savonarola op tegen Paus Alexander VI. Savonarola kwam op de brandstapel terecht, maar Luther veroorzaakte het schisma. De katholieke kerk, viel van haar troon. Door de inhaligheid en losbandigheid van het pauselijk hof was de kerk aan lagerwal geraakt. Juist in deze erbarmelijke tijd bloeide de beeldende kunst als nooit tevoren. Met klinkende namen als die van Botticelli, Leonardo da Vinci, Michelangelo en Rafael. Hoe valt dat met elkaar te rijmen? |
||